Eén op de drie Nederlanders heeft weleens last van verstopping (obstipatie). We noemen het obstipatie als je minder dan 3 keer per week ontlasting hebt, die dan ook vaak hard is.
Hoe vaak je precies naar de WC moet om te poepen, verschilt van mens tot mens. Sommigen gaan een paar keer per dag, maar anderen gaan maar 2 keer per week. Dat wat we eten wordt in de darmen verwerkt. In de darmen wordt dan vocht uit de voedselbrij gehaald. Dat gebeurt vooral in je dikke darm. Daarna gaat het naar de endeldarm. Dan noemen we het ontlasting en is het klaar om het lichaam te verlaten. Als de voedselbrij te lang in je dikke darm blijft, wordt er teveel vocht aan onttrokken en wordt het moeilijker om te poepen.
De meestvoorkomende klachten als je een verstopping hebt
- Harde, droge ontlasting
- Slechts één of twee keer per week ontlasting
- Poepvegen; langs de harde ontlasting in de darm kan zachte ontlasting weglekken. Dit wordt ook wel overloopdiarree genoemd
- Pijn bij het poepen; harde, dikke ontlasting kan scheurtjes en kloofjes in de anus veroorzaken. Als daar weer ontlasting langskomt kan dit een branderig gevoel veroorzaken.
- Het gevoel na de stoelgang nog steeds te moeten poepen
- Aambeien; als er regelmatig sprake is van verstopping en hard persen, kunnen de aambeien gaan opzwellen. Deze kunnen pijnlijk zijn.
Oorzaken
Verstopping kan ontstaan als de afvalstoffen die overgebleven zijn uit het voedsel te lang in de dikke darm achterblijven. Daardoor wordt er teveel vocht onttrokken aan deze afvalstoffen en dit leidt tot harde, droge ontlasting.
Meestal wordt de verstopping veroorzaakt door
- verkeerde leef- en eetgewoontes: te weinig lichaamsbeweging, onvoldoende drinken of vezelarme voeding. Vaak ligt een combinatie van deze factoren ten grondslag aan de verstopping.
- het uitstellen van toiletbezoek, dit is ook niet goed voor de ontlasting. Als je toiletbezoek lang uitstelt, ondanks aandrang, kan dit ook tot harde ontlasting leiden. Ook in de endeldarm droogt de ontlasting namelijk nog uit.
- door geneesmiddelen die verstopping als bijwerking kunnen geven. Kalmerende middelen (tranquilizers, antidepressiva), slaapmiddelen, staalpillen en het langdurig gebruik van laxeermiddelen.
Een enkele keer wordt verstopping veroorzaakt door een ziekte of aandoening: bijvoorbeeld dikke darm poliepen, depressie of schildklierafwijkingen.
Een andere reden voor verstopping kan zijn dat je bekkenbodemspieren te gespannen of juist te slap zijn waardoor de ontlasting moeizaam of maar in hele kleine porties naar buiten gebracht kan worden. Hierdoor krijg je je endeldarm niet goed leeg. Dit zorgt voor ophoping boven in de dikke darm. Hierdoor kunnen ook klachten als een opgeblazen gevoel of buikpijn ontstaan.
vezelrijk eten
voldoende drinken
meer bewegen
de ontlasting niet ophouden