Als je verteld is of je hebt zelf het idee dat je een verzakking hebt is het nog altijd de vraag welk orgaan in je bekken nu verzakt is: je blaashals, je blaas, je dunne darm, je endeldarm, je baarmoeder of de top van je vagina als je geen baarmoeder meer hebt. Elders op de site heb je al veel informatie hierover kunnen lezen. En als het goed is heb je ook gezien welke behandelaars iets voor je kunnen betekenen.

De vraag is natuurlijk….. wat?

We gaan ze gewoon weer op een rijtje zetten, want wat kun je aan onderzoek nu verwachten van de verschillende behandelaars.

De bekkenfysiotherapeut

De bekkenfysiotherapeut zal je eerst heel veel vragen stellen en je vooral ook veel laten vertellen over je klachten. Sinds wanneer je ze hebt en wat de klachten dan precies zijn. De bekkenfysiotherapeut zal ook vragen naar alle andere organen in je bekken: hoe het gaat met plassen, poepen en vrijen. Allemaal vragen die belangrijk zijn om je klachten goed te kunnen begrijpen.

Als er aanleiding voor is zal de bekkenfysiotherapeut je voorstellen om een inwendig onderzoek te doen. Een vaginaal onderzoek je bekkenbodemspieren te onderzoeken. Ze kijken eerst goed of er geen pijnplekjes zitten in je vagina en verder zal je gevraagd worden om te hoesten, te persen en om je bekkenbodemspieren aan te spannen. Kort aanspannen, ontspannen en wat langer vasthouden. Allemaal testen om de functie van je bekkenbodemspieren goed in kaart te brengen.

Bovendien doen ze het vaginaal onderzoek om te kijken welk orgaan of organen verzakt zijn en hoe ver ze zijn verzakt. Ze gebruiken daarvoor een methode die ook de urogynaecoloog gebruikt: de POPQ, wat niet anders betekent dan een meetmethode om alle organen die mogelijk kunnen verzakken goed te meten op een manier die iedere gynaecoloog en bekkenfysiotherapeut van elkaar begrijpt. Dat is handig en daar hebben ze internationaal gelukkig goede afspraken over gemaakt.

De bekkenfysiotherapeut kan ook nog een rectaal onderzoek doen. Dat is vooral bij een eventuele verzakking van de endeldarm belangrijk.

Tot slot heeft de bekkenfysiotehrapeut nog een speciaal apparaat dat verbonden kan worden aan een sonde (een soort grote tampon) waarmee ze je op een scherm kunnen laten zien wat je bekkenbodem nu eigenlijk wel of niet doet. Vaak heb je namelijk het gevoel dat je je spieren best lang aangespannen kunt houden, maar kun je op het scherm zien dat dat eigenlijk helemaal niet het geval is.
Allemaal belangrijke informatie om de bekkenfysiotherapeut een goed idee te geven van de klachten. Daarna zal de bekkenfysiotherapeut alles uitgebreid met je bespreken, uitleggen en een voorstel voor een behandeling met je bespreken.
Bij de bekkenfysiotherapeut ga je vooral zelf actief aan de slag om van je klachten af te komen of fors te verminderen.

De huisarts

De huisarts zal net als de bekkenfysiotherapeut je vragen stellen. Vaak wat minder uitgebreid. Wel zal de huisarts je ook inwendig willen onderzoeken om de verzakking te kunnen beoordelen. De huisarts kan je een ring geven of je doorverwijzen naar een gynaecoloog met het verzoek om een ring te laten plaatsen.

stethoscoop

Sommige huisartsen sturen je door naar de bekkenfysiotherapeut voor een consult.

De bekkenfysiotherapeut brengt dan al je klachten goed in kaart, doet het onderzoek en brengt verslag en advies uit naar je huisarts. Daarna kun je dan in overleg met je huisarts besluiten wat voor jou de beste weg kan zijn.

afbeelding van een bekkenfysiotherapeutisch-meetcomputer

Dit is het apparaat waar de bekkenfysiotherapeut mee werkt.
Op een schermpje kun je zien wat je bekkenbodemspieren doen.

 

 

voorbeeld van een 3D-echografie

dit is een voorbeeld van een 3D-echografie van de bekkenbodemspieren. De witte ring aan de rechter kant vormen de bekkenbodemspieren (gezien van de onderkant) en links is het een dwarsdoorsnede.

De (uro)gynaecoloog

Als de huisarts je doorstuurt naar de gynaecoloog of urogynaecoloog zal ook hij of zij veel van je willen weten. Dat heeft ook alles te maken met waar de verzakking nu zit, welk orgaan of welke organen en vooral ook hoe ver ze verzakt zijn. Het allerbelangrijkste blijft: hoeveel last heb je ervan?
Afhankelijk van de klachten die je hebt kan de gynaecoloog verschillende onderzoeken doen:
Hij/zij zal na het gesprek eerst een inwendig onderzoek willen doen. Dit doet hij gedeeltelijk op dezelfde manier als de bekkenfysiotherapeut. Ook hier zal de POPQ methode worden toegepast. Tijdens maximaal persen zal gekeken worden welk orgaan naar beneden komt. Verder kijkt de gynaecoloog ook naar je baarmoeder, eileiders en eierstokken en zal meestal een speculum gebruiken (ook wel eendenbek genoemd, wat een apparaatje is om de vagina een beetje te kunnen spreiden, zodat ze goed de mond van de baarmoeder kunnen zien en de wanden van de vagina. De gynaecoloog zal ook vragen je bekkenbodemspieren aan te spannen, maar het onderzoek naar de spieren is vaak wat minder uitgebreid dan bij de bekkenfysiotherapeut. Net zoals het onderzoek naar de organen/eileiders en eierstokken wat minder uitgebreid zal zijn bij de bekkenfysiotherapeut. het zal je dan ook niet verbazen dat de gynaecoloog en de bekkenfysiotherapeut vaak overleg hebben over bekkenbodempatiënten.

Een belangrijk instrument dat de gynaecoloog gebruikt is de echo. Voor vrouwen die ooit een kindje hebben gekregen bekend, maar dit apparaat wordt voor veel meer gebruikt dan het bekijken van baby’s in de moederbuik. Een echo kan ook inwendig gemaakt worden met een speciale sonde in de vagina. In een paar centra in Nederland kunnen 3/4D echo’s worden gemaakt die veel informatie kunnen geven over de bekkenbodemspieren en mogelijk opgelopen schade. Als jouw gynaecoloog dit apparaat niet heeft kun je altijd doorgestuurd worden naar een academisch ziekenhuis om het daar te laten doen. Een echo is nooit pijnlijk!

Ook een MRI bestaat nog tot de mogelijkheden. Vaak kun je dan weer andere dingen op zien dan met de echo.

Verder kan de gynaecoloog nog een bloed en urineonderzoek laten doen en/of je doorsturen voor een urodynamisch onderzoek.

Nadat alle uitslagen van de onderzoeken binnen zijn en er overleg is geweest tussen de verschillende artsen zul je in een gesprek een toelichting krijgen op de uitslagen en zal een behandelplan met je worden besproken. Let op dat je de bekkenfysiotherapie ook in de plannen meeneemt. Ook als er geopereerd moet worden!