Na de bevalling voelt je bekkenbodem anders aan, je kunt soms niet goed voelen wanneer je moet plassen of poepen of misschien kun je de urine en de ontlasting nog niet goed ophouden. Of je hebt last van vaginale windjes of een gekneusd of gezwollen gevoel.

Tijdens het persen komt er druk te staan op je bekkenbodemspieren en de banden die ‘buizen’ die daar in bij zitten, zoals je plasbuis, je blaas en je endeldarm. Hierdoor kun je na de bevalling tijdelijk een veranderd gevoel hebben in je bekkenbodemgebied, waardoor het je niet goed lukt om het signaal te herkennen van een volle blaas of darmen. Ook zijn de bekkenbodemspieren tijdens de bevalling gerekt, waardoor ze vlak na de bevalling moeilijker de plasbuis en de anus kunnen afsluiten, wat weer klachten kan geven van urineverlies, verlies van windjes of zelfs wat ontlasting. Vaak is er ook last van vaginale windjes, wat zelfs een ‘ploppend’ geluidje kan geven. Ook pijnklachten kunnen een verandering geven in het functioneren van je bekkenbodemspieren.

Maar deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk! Door persen kan er stuwing ontstaan in het gebied tussen de anus en de vagina (perineum), wat weer tot een zwelling kan leiden na je bevalling. Ook hechtingen kunnen in het begin leiden tot wat zwelling. Soms voelen ook je schaamlippen erg gezwollen aan. Vaak wordt geadviseerd te gaan zitten op een vrij harde stoel om de zwelling tegen te gaan, maar het nadeel hiervan is dat de bekkenbodem wat uitrekt en dus pijn gaat doen. Zitten op een zacht kussentje is dan beter. Dit drukt de bekkenbodem wat omhoog en geeft zo wat ondersteuning. Zitten op een ringvormig zwembandje is eveneens nadelig bij bekkenbodempijn, omdat de bekkenbodem ook hierbij niet voldoende steun krijgt.

lampjeBlijf letten op goed toiletgedrag voor plassen en poepen. De blaas- en darmreflexen worden zo het meest geprikkeld om weer goed op gang te komen. Let ook op dat je voldoende drinkt en eet, en ga om de twee tot drie uur naar de wc. Ook als je geen aandrang voelt!

  • Ga nog vaak liggen, zo ontspant de bekkenbodem het meest. Bij zitten: zit rechtop op een stoel, met de voeten goed op de grond en steun in de rug. Zit op een zacht (dons)kussentje. Dit ondersteunt je bekkenbodem omdat het een beetje opbolt wanneer je erop zit.
  • Bij pijnlijke zwelling kan een ijskompres (in een washandje!) of een koud, nat washandje tegen de bekkenbodem helpen tegen de pijn.
  • Bekkenbodemoefeningen mogen al zodra je vindt dat het weer kan. Rustig weer leren voelen en licht aanspannen en weer loslaten. De beheersing van de spieren rond de plasbuis, anus en vagina worden zo geoefend en herstellen langzaamaan (zie oefeningen en adviezen in het kraambed).
Hechtingen

Na een knip (episiotomie) of na een inscheuring (ruptuur) wordt door de verloskundige of gynaecoloog gehecht. Bijna altijd doen ze dit met een verdoving, maar wanneer die is uitgewerkt kan het gebied gevoelig aanvoelen, tot branderig of stekend aan toe. Ook kan er een trekkende pijn ontstaan door het optreden van lichte zwelling (oedeem) in het perineum waar de hechtingen zitten.

lampje

  • Spoel de wond regelmatig af met warm water. Dat is goed voor de doorbloeding van de wond. Daarna kun je het voorzichtig droogdeppen en eventueel drogen met een lauwwarme haardroger als deppen te pijnlijk is.
  • Tijdens het plassen laat je lauwwarm water langs de hechting glijden met behulp van een maatbeker of bidon. Zo wordt de zure urine verdund en voelt plassen minder brandend aan. Onder de douche plassen kan ook.
  • Als je pijn hebt, probeer dan eens ijskompressen.
  • Om vochtophoping te voorkomen, wordt vaak gezegd een harde stoel te gebruiken om op te zitten. Het is beter voor je om op een zacht (dons)kussentje te zitten op de stoel. Het kussentje bolt dan wat op onder het perineum en ondersteunt je bekkenbodem en geeft zo tegendruk. Zo wordt de bekkenbodem niet extra gerekt en ontstaan er geen trekkrachten aan het perineum en de hechtingen.
  • Als je klachten niet weggaan, neem dan contact op met je huisarts of verloskundige.
Poepen (verstopping, angst om te persen en/of aambeien?)

Vaak komt je ontlasting pas na een aantal dagen (3e dag: kraamtranendag) weer een beetje op gang. Dat komt omdat je darmen tijdens de bevalling zijn leeg geduwd en het even duurt voordat de darmbewegingen (peristaltiek) weer op gang komt. Door het vochtverlies na je bevalling kan de ontlasting wat indikken, wat hardere ontlasting tot gevolg heeft. Dit kan wat gevoelig zijn bij persen, ook omdat het gebied rond je anus nog beurs kan zijn van de bevalling. Aambeien kunnen ontstaan door het lang of hard persen bij de bevalling en zij trekken met rust meestal weer weg.

lampje

  • Let op dat je voldoende drinkt (zeker 2 liter in de kraamweek) ook om je ontlasting soepel te houden. Let op je vezelgebruik: het is belangrijk om de darmen weer te activeren en je ontlasting soepel te houden. Driemaal per dag eten helpt je om je darmen zo snel mogelijk weer regelmaat te geven.
  • Bij aandrang om te poepen moet je gewoon naar de wc gaan. Ga licht ingezakt zitten en ontspan met een wat bolle rug. Probeer niet te persen, maar probeer juist rustig en diep naar je buik te ademen. Licht meegeven bij aandrang mag, maar ga niet echt meepersen. Let op een correcte toilethouding.
  • Als je pijnlijke kloofjes hebt of aambeien kan het helpen om een dikke klodder vette crème (billetjescrème van de baby) tegen de anus te smeren. De ontlastingsprop glijdt zo langs de zalf en schuurt minder langs de pijnlijke huid. Bij extreme pijn kan lidocaïne zalf helpen die de huisarts je kan geven.
  • Persen voor ontlasting kan je de eerste keer een angstig gevoel geven: vaak ben je als kraamvrouw bang dat er te veel spanning op de hechtingen komt of dat ze ‘weer kan inscheuren’. Door deze angst wordt de ontlasting nogal eens opgehouden, maar daarmee maak je het probleem door indikking alleen maar groter. Probeer je perineum te ondersteunen tijdens persen.
  • Soms wordt geadviseerd om de eerste keer poepen in bad te laten gebeuren of onder de douche. Het gaat er vooral om dat je niet perst. Blijf ontspannen naar de buik ademen en ga altijd bij aandrang.
  • Als het probleem blijft moet je contact opnemen met je huisarts of naar een bekkenfysiotherapeut die je gericht kan helpen.
Plassen

De eerste dagen na je bevalling is het vaak lastig om te plassen, omdat het weefsel rond de plasbuis vaak wat opgezwollen is en de blaasspier door de hormonen slapper is geworden. Zowel het gevoel van aandrang als het plassen zelf kan voor jou ‘anders’ aanvoelen, omdat tijdens het persen de zenuwen die door de bekkenbodemspieren lopen wat gekneusd kunnen zijn. Vooral tussen de tweede en zesde dag na je bevalling loopt de blaas snel vol, omdat het lichaam het overtollige vocht begint af te voeren dat tijdens je zwangerschap werd vastgehouden. Een volle blaas kan weer leiden tot buikpijn en geeft een toename van de kans op blaasontsteking. Ook belemmert een volle blaas je baarmoeder om goed samen te trekken. Het gebeurt wel dat je vlak na de bevalling soms spontaan wat urine verliest, zoals bij hoesten, niezen, lachen, maar ook bij opstaan of omdraaien in bed. Dat komt meestal omdat de bekkenbodemspieren tijdens je zwangerschap en de bevalling onder druk hebben gestaan en wat gerekt zijn. De coördinatie van je bekkenbodemspieren is nog niet goed na de bevalling. Vaginaal een kind krijgen laat eigenlijk altijd lichte ‘haarscheurtjes’ tot grotere scheuren achter. Deze wondjes, al dan niet met hechtingen, kunnen pijnlijk of branderig voor je aanvoelen op het moment dat er urinezuur langs loopt.

lampje

  • Let op dat je voldoende drinkt (zeker 2 liter in het kraambed).
  • Ga regelmatig naar de WC om te plassen (om de 2½ uur), ook al heb je niet altijd aandrang. Ga ontspannen op de WC zitten, licht naar voren geleund en probeer de bekkenbodem te ontspannen. Laat eventueel in de wastafel/fonteintje wat water laten lopen als ‘opwekhulpje’. Let op een goede toilethouding.
  • Laat tijdens het plassen lauwwarm water langs de hechtingen lopen met behulp van een maatbeker of bidon. Zo wordt de zure urine verdund en voelt plassen minder schijnend aan en kun je de bekkenbodemspieren makkelijker ontspannen. Onder de douche plassen kan ook.
  • Spoel je vagina ook na het plassen goed naspoelen met water. Daarmee voorkom je dat je een infectie krijgt.
  • Leer met behulp van je bekkenbodemoefeningen weer controle te krijgen over deze spieren en zorg er zo voor dat ze weer goed leren aanspannen en ontspannen.
  • Bij aanhoudende klachten of verergering: neem dan contact op met de huisarts.
Seksualiteit

Na de bevalling kan het even duren voordat je weer zin hebt in seks. De vagina is opeens niet alleen een lustorgaan gebleken, maar ook een (pijnlijk) geboortekanaal. Ook voor je partner kan het even schrikken zijn geweest om de vagina in een zo andere hoedanigheid mee te maken, dat seksgevoelens even geen rol spelen. Bij het nog geen zin in seks hebben speelt ook mee dat je als jonge ouders vaak moe bent, gebroken nachten hebt en een nieuw ritme moeten zien te vinden. Lustgevoelens staan dan dikwijls even op een lager pitje. Wanneer de vagina hersteld is van de bevalling en de baarmoederwond niet meer vloeit, is seks weer mogelijk. Hoewel de eerste keer na de bevalling ‘anders’ zal zijn, duurt het vaak niet lang voordat alles weer gaat zoals vroeger.

lampje

  • Vaak wordt geadviseerd te wachten met vrijen tot na de na-controle (na 6 weken) bij de verloskundige of gynaecoloog. Maar wanneer je nergens last van hebt en de baarmoeder niet meer vloeit mag het ook eerder. Wel voelt je bekkenbodem vaak nog wat zwakker aan, wat na afloop een vermoeid gevoel in je bekkenbodem kan geven.
  • Soms duurt het wel enkele maanden tot een jaar voordat je behoefte aan seks weer voldoende aanwezig is. Wel is het belangrijk om dit met je partner uit te praten waarom de seks even geen rol speelt in de relatie en te zorgen dat je op andere manieren intiem kunt zijn met elkaar.
  • Een eerste keer weer vrijen geeft vaak ook een gevoel van angst voor pijn. Zorg dat je de eerste keer je bekkenbodem bewust ontspant. Angst voor pijn veroorzaakt juist een hogere spanning van je bekkenbodem waardoor het juist pijn gaat doen. Dit kan er voor zorgen dat het vrijen pijnlijk blijft tot je die cirkel van angst voor pijn heb kunnen doorbreken.
  • Let op: het lichaam maakt zich na de bevalling weer op voor een nieuwe eisprong. Hoewel het geven van borstvoeding de eisprong vertraagt, kun je in principe gewoon weer vrij snel vruchtbaar zijn na de bevalling.
Vloeien, kraamzuivering, kraamvloed (lochia)

Na de geboorte van de placenta blijft er een handgrote wond achter in je baarmoeder, die door de krimpende baarmoeder drie weken postpartum (na de bevalling) nog zo’n 3 cm is. De eerste dagen na je bevalling is het vloeien het sterkst, dit noemen we ook wel de kraamzuivering of kraamvloed (lochia) genoemd. De kraamhulp controleert in het kraambed hoe het vloeien bij jou verloopt. De vloed is in het begin nog helderrood bloed, maar dit gaat over in een mengsel van bloed en vocht dat bruinachtig of bruingeel tot geelwit of rozeachtig van kleur is. Ook kunnen er in het begin redelijk grote bloedstolsels loslaten, bijvoorbeeld bij het douchen. Na drie weken mag er geen bloed meer in de kraamzuivering aanwezig zijn. Kraamvloed hoort een beetje zoetig en menstruatieachtig te ruiken. Als je borstvoeding geeft bevordert dat het samentrekken van je baarmoeder, waardoor ook het vloeien sneller zal afnemen. Na zes weken is je baarmoeder weer voorzien van een nieuwe laag baarmoederslijm en komt je menstruatie weer op gang.

lampje

  • Als de vloed echt onaangenaam ruikt, kan het zijn dat er een stukje placenta in je baarmoeder is achtergebleven of dat het baarmoederslijmvlies ontstoken is. Neem dan contact op met de huisarts of verloskundige/gynaecoloog.
  • Ook bij plotseling veel meer vloeien of wanneer het vloeien plotseling ophoudt, is het verstandig om contact op te nemen met de verloskundige/gynaecoloog of huisarts. Er kan een bloedstolsel of stukje placenta in de weg zitten.
  • Gebruik speciaal kraamverband tijdens de eerste dagen na je bevalling. Dit ‘ademt’ beter dan maandverband omdat het van katoen is. Ook is het dikker en kan meer vocht absorberen.
  • Bij langdurig of veel bloedverlies moet je het melden aan de huisarts.
Zitten
  • Postoperatief en postpartum is het advies vaak om op een ring te gaan zitten. Het idee erachter is dat je pijnlijke onderkant dan wordt ontlast.
  • Zitten op een ring geeft echter vaak rek op je bekkenbodem en dat geeft juist pijn!
  • Je kunt beter op een zacht kussentje gaan zitten. Dit geeft een lichte opbolling onder je bekkenbodem en ondersteunt zo juist het pijnlijke gebied.
  • Span eventueel de billen eerst aan voor het gaan zitten. Zo knijp je je bekkenbodemgebied samen en voorkom je rek op het pijnlijke gebied. Als je zit, ontspan dan je billen en bekkenbodemspieren weer.
Liggen

Ga geregeld even liggen, zo kan de bekkenbodem tot rust komen!

www.fysiobommelerwaard.nl